zaterdag 24 december 2016

Kiezen voor hoop

Naar aanleiding van de aanval op de kerstmarkt in Berlijn zie ik reacties van hoop en solidariteit. Maar ook zie ik onrust, angst en zelfs agressie. Ik zie ook politici als Farage opportunistisch misbruik maken van die angst en ongerustheid. Hun taal is niet onschuldig. Met leugens beweren ze ons te willen beschermen, maar in werkelijkheid maken ze onze samenleving kapot. Niet alleen emotioneel, ook economisch.


Moet ik stil blijven als ik telkens leugenachtige propaganda zie? Ik wil het verhaal van voorzichtigheid en omzichtigheid niet laten verpletteren door agressieve bullebakken en ik heb ook geen zin om telkens in discussie te gaan om fouten recht te trekken, want zo geef ik ze onverdiende aandacht en daar zijn ze net naar op uit. Maar toch deze tekst, want het belangt mijn geluk aan en mijn portemonnee. En ook die van u.



Honderd jaar geleden is mijn grootmoeder als kind gevlucht naar de andere kant van het land. Ze was toen nog een kind. Verschrikkelijke toestanden. Gelukkig konden ze toen terecht bij een gastgezin.

Vandaag zijn er miljoenen mensen op de vlucht voor wreedheden van een andere schaal. Europa reageert vijandig. Waarom? Ik begrijp dit niet. Vooral als je weet dat wij mee verantwoordelijk zijn voor de oorzaken van de huidige conflicten.

Trump en Farage hebben verkiezingen gewonnen op basis van bewuste domheid, leugens en bedrog. Vlaams Belang, Voorpost, Wilders en Le Pen ruiken kassa. Niets makkelijker dan mensen tegen elkaar opzetten. Dat is net wat de criminele organisatie IS beoogt.

De mensen die aanslagen plegen zijn geen oorlogsvluchtelingen. Dit zijn criminelen. De extreemrechtse partijen weten dat zij nu in overvloed stemmen binnenhalen door alles bewust op één hoop te gooien. Ze maken misbruik van angst.

Uiteraard wil ik dat onze overheid het nodige doet zodat criminelen geen kans krijgen om ons te kwetsen. Ik hoop dat Europa niet verkrampt en grenzen gaat sluiten.

Een uitstapje van West-Vlaanderen naar Auchan in Noord-Frankrijk, wordt plots een stuk langer. Ik heb zelf een paar keer in de file gestaan aan de Frans-Belgische grens. Voor mij onprettig, voor onze economie een extra kost: de kost van het overheidsapparaat aan de grens en de extra kosten voor alle transportbedrijven, en dat is heel wat. Extra kosten die wij in tijden van economische crisis kunnen missen als tandpijn.

De extreemrechtse partijen willen het Europees project verlaten en de euro opblazen. Dat Europa beter zou kunnen draaien, staat buiten kijf. Dat is een bewering die opgaat voor elke overheid en elke organisatie. Het is eigen aan de mens. Maar dat Europa niets doet, is een pertinente leugen. Dankzij Europa zijn budgettaire capriolen zoals wij die gekend hebben in de jaren 1980 niet meer mogelijk. Dankzij Europa kunnen onze ondernemingen veel makkelijker de grens over. Die grenzen kostten bedrijven vroeger handen vol geld: enerzijds had je de formaliteiten en kosten om iets de grens over te krijgen en anderzijds verdienden banken rijkelijk aan de wisselkoersen. Die wisselkoersen vormden bovendien een extra risico.

Trump en Farage beweren dat zij met gesloten grenzen meer jobs in eigen land kunnen houden. In werkelijkheid duwen zij hun economieën nog dieper in het rood, waardoor er uiteindelijk geen jobs meer overblijven die in aanmerking komen om te verhuizen.

Wij kunnen kiezen voor angst. Maar dat gaat ons geld kosten (beveiliging, invoeren grenzen enz.) en het gaat daarenboven de inkomsten naar beneden halen. Het is een keuze waarbij ondernemingszin en groei tegengehouden worden. Een verhaal met een negatieve spiraal.



Ik zie ook mensen pleiten voor een positieve verhalen, zonder daarbij naïef te worden.

Willen wij dezelfde fouten maken van 100 en 80 jaar geleden? Gaan we ons over enkele jaren verschuilen achter het excuus “Wir haben das nicht gewusst”? Ik wil liever een positieve, warme en bloeiende maatschappij. Wij danken onze welvaart mede aan het Midden-Oosten. Daarom, laat ons bewust kiezen voor “Wir schaffen das.”

zondag 21 februari 2016

Het universum door de ogen van een lichtdeeltje

Ik heb weer een leuk filmpje gevonden over relativiteit. Amper twee minuten. Het gaat over het raadselachtige verband tussen plaats en tijd.. Ik ga hier niet het hele filmpje toelichten. Maar wel de eerste helft, het stuk over lichtdeeltjes, fotonen.

Het stuk over fotonen is zeer verstaanbaar. De conclusie is dat het universum er voor een foton helemaal anders uitziet. Namelijk begrippen als tijd en afstand worden op hun kop gezet.




Elke lichtbron zendt fotonen uit. Wat is kenmerkend voor deze lichtdeeltjes? Het heeft geen massa (het weegt exact 0 gram) en het beweegt zich voort aan de lichtsnelheid: zo'n 300.000 kilometer per seconde.

Vooral die snelheid is intrigerend. Namelijk als je in een raket stapt en je vliegt aan snelheden  in de buurt van de lichtsnelheid, gaat de tijd er merkbaar trager dan voor degenen die achterblijven. Zo kan je in theorie na een ruimtereis je kleinkinderen ontmoeten die ondertussen ouder geworden zijn dan jijzelf.

Hoe sneller je vliegt, hoe trager de tijd gaat. Vlieg je uiteindelijk aan de lichtsnelheid, dan staat de tijd helemaal stil.

Er is ook nog een tweede fenomeen. Naarmate je sneller vliegt, wordt alles ook korter. De lengte wordt zelfs nul wanneer je aan de lichtsnelheid vliegt.

Wat betekent dit voor een foton? Neem een foton dat afkomstig is van een ster die één miljard lichtjaar verwijderd is en die nu de aarde bereikt. Voor ons is dat foton één miljard jaar geleden vertrokken en komt het nu na een lange reis aan op aarde.

Voor een foton is dat anders. Voor een foton staat de tijd stil,want het vliegt aan de lichtsnelheid. Dus voor dat foton duurde die reis exact nul seconden.

Vermits lengtes nul worden aan de lichtsnelheid, is de afstand vanuit het standpunt van het foton exact nul millimeter. Dit zie je mooi geïllustreerd in het filmpje.



Een foton ziet het universum dus helemaal anders. Als ik rondom mij kijk, zie ik diepte. Voor een foton valt er een dimensie weg.

Een foton heeft ook geen "tijdsbesef". Niet alleen neemt het waar dat de verplaatsing exact nul seconden duurt, ook de levensduur is eveneens exact nul seconden.

Hoe ontstaat een foton? Het is een energiepakketje dat ontstaat wanneer een electron naar een lager energieniveau springt. Het verdwijnt weer wanneer het opgenomen wordt door een elektron dat dan naar een hoger energieniveau springt.

Vanuit het standpunt van een foton is dit een proces dat elkaar onmiddellijk opvolgt. Eén electron zakt in energieniveau, op hetzelfde moment ontstaat het foton, op hetzelfde moment neemt een ander electron dit energiepakket op en stijgt het energieniveau. Voor de buitenstaander gebeuren deze acties razendsnel, aan de lichtsnelheid (ca. 300.000 km/s), maar vanuit het het standpunt van het lichtdeeltje gebeurt dit allemaal onmiddellijk na elkaar. Letterlijk, zonder tussenpauze.

donderdag 7 januari 2016

Een zeer toegankelijke overzicht op de moeilijkste natuurkunde van vandaag

Veertien miljard jaar geleden is ons universum ontstaan uit een oneindig klein puntje. Dit was een letterlijk onvoorstelbare explosie. Dat onooglijke kleine puntje bevatte alle ingrediënten voor de miljarden bestaande sterrenstelsels, die op hun beurt bestaan uit miljarden sterren. Om de wetten van dit gigantische universum te kunnen begrijpen, is inzicht in de bouwstenen waaruit wij zijn opgebouwd van essentieel belang.



Wanneer wij die bouwstenen gaan onderzoeken, komen wij al snel tot de vaststelling dat begrippen als tijd en ruimte volledig op zijn kop worden gezet. Het is eigenlijk verbazingwekkend hoe weinig dit bekend is. We hebben wel al over Einstein en Stephen Hawking gehoord, maar wat zij ontdekt hebben is nog niet doorgedrongen in onze maatschappij.

De documentaire The Universe: Quantum the Microscopic Universe (Discovery Channel,YouTube) geeft in amper 45 minuten op een zeer toegankelijk manier een overzicht op heel wat begrippen in de hedendaagse natuurkunde. Je moet geen wiskundige of natuurkundige voorkennis hebben.



Vermits deze documentaire in het Engels is, geef ik hieronder een beetje achtergrondinformatie.

De Grieken geloofden al dat materie was opgebouwd uit atomen. In de 19de eeuw stelden wij ons voor dat atomen kleine massieve bolletjes waren. Een goudatoom was het kleinst mogelijke korreltje goud. Wat later ontdekte men dat die atomen elektronen bevatten. Men stelde zich toen voor dat een atoom op een pudding leek waarbij de elektronen zich gedroegen als krenten.

Stap voor stap veranderde het beeld van een atoom. Men leerde dat atomen absoluut niet massief zijn, integendeel. Ze zijn zelfs bijzonder ijl. Ze bestaan uit een kern van protonen en neutronen en daarrond bewegen elektronen. Die deeltjes werden elementaire deeltjes genoemd. Maar naderhand bleken protonen en neutronen opgebouwd te zijn uit nog kleinere deeltjes.

In het onderzoekscentrum CERN in Geneve bevindt zich misschien wel de meest complexe machine die de mens tot nu toe gebouwd heeft. Een gigantische machine in een ondergrondse tunnel van 27 km lang. Deze machine is niet alleen groot en zwaar, tegelijk is ze ook uiterst gesofistikeerd en onwaarschijnlijk nauwkeurig. In deze machine gaat men op zoek naar nieuwe elementaire deeltjes.

Ondertussen gaan theoretische natuurkundigen nog verder. In een zoektocht om de krachten te verklaren die protonen in een atoomkern samenhouden is men gekomen tot de snaartheorie (Engels: string theory). De ruimte, de tijd, de elementaire deeltjes je kan het allemaal beschrijven met trillende snaren, wat je je moet voorstellen als onvoorstelbaar kleine veertjes. Overigens niet alleen de deeltjes, ook de pakketjes energie van verschillende soorten krachten bestaan uit snaren (bijvoorbeeld: elektromagnetische krachten of de sterke kernkrachten) bestaan uit snaren. Die deeltjes of pakketjes verschillen van enkel van elkaar omdat ze snaren zijn met een andere trilfrekwentie.

Heb je twee minuten? Bekijk dan de eerste twee minuten van volgend fragment en zie het verband tussen materie, atomen, elektronen, protonen, quarks enz tot en met de snaren.
(String Theory Part 1, vanaf 17 min 16 sec)


De snaartheorie is wel nog niet bewezen. De snaren zijn immers gigantisch klein. Om en nabij de zogenaamde Plancklengte (ongeveer 10 tot de macht -35 meter, dit is een getal voorafgegaan door 35 nullen na de komma. Een atoom is veel groter: in de orde van 10 tot de macht -15 meter). We zouden een druppel water zo groot moeten maken als het universum, pas dan zouden ze zo groot zijn als een boom.



Voor ik nog iets meer schrijf over die snaren, moet ik ook melden dat onze visie op tijd en ruimte de afgelopen honderd jaar ook stevig op zijn kop is gezet. De ruimte blijkt helemaal geen star systeem te zijn. Wanneer wij tijdens een zonsverduistering een ster zien aan de hemel die dicht bij de zon staat, kunnen we meten dat die ster dichter bij de zon staat dan wij verwachten. Immers de lichtdeeltjes (fotonen) die van die ster afkomstig zijn, worden in de buurt van de zon afgebogen. En dit helemaal niet omdat de zon die deeltjes aantrekt, maar wel omdat de zon door haar gigantische massa de ruimte vervormt.

Dat is een van de verschijnselen die Einstein verklaard heeft. Ook heeft hij gevonden dat de tijd een relatief begrip is. Als je je aan grote snelheden voortbeweegt, gaat de tijd trager. In zijn Algemene Relativiteitstheorie vindt Einstein tevens dat de tijd trager gaat wanneer je grotere gravitatiekrachten voelt: aan de zee gaat de tijd een ietsiepietsie trager dan aan de top van een berg.

Eén van de grote vondsten van Einstein was dat het universum niet ontstaan is in een star systeem van ruimte en tijd, maar ruimte en tijd zijn ontstaan uit het universum. Vermits ruimte en tijd met elkaar verbonden zijn, spreekt men dan ook van ruimtetijd.

Op kosmische schaal is ons universum een woelwater van ruimte en tijd. Maar dat is nog niets vergeleken met het gedrag van ruimte en tijd op atomaire schaal. Daar blijken deeltjes zich bijvoorbeeld te gedragen als golven en lijken ze zich tegelijk op twee plaatsen te kunnen bevinden.

String Dimensions

Bij snaren wordt het dan nog een stuk ingewikkelder, want die blijken in een 11-dimensionele realiteit te bestaan. In onze leefwereld kennen wij de drie dimensies van plaats, dat wil zeggen als ik een robotarm wil programmeren om van één punt naar een ander punt te bewegen, dan volstaat het om drie cijfers op te geven: de mate waarin de arm vooruit of achteruit moet bewegen, de mate waarin ze naar links of rechts moet en de mate waarin ze naar boven of naar onder moet. Dit zijn drie dimensies, of ook wel drie vrijheidsgraden. Dan komt er nog een vierde dimensie bij: tijd, we moeten ook nog aangeven wanneer wij die arm daar willen zien.

Voor snaren zijn nog zeven bijkomende dimensies, of vrijheidsgraden. Dit is allemaal zeer zware wiskunde en het vergt veel abstractievermogen. Echter Discovery Channel heeft hierover ook een zeer interessante reeks gemaakt die ook opmerkelijk toegankelijk is: String Theory.

Deel 1:



Deel 2:



Deel 3:

donderdag 31 december 2015

Mijn favoriete boek van 2015

Normaal maak ik geen eindejaarslijstjes voor het beste dit of het beste dat. Maar dit jaar heb ik een boek gelezen dat smeekte om een vermelding.

Het is een indrukwekkend werk. Niet qua volume, want het telt amper 80 bladzijden. Het boekje oogt heel mooi, een harde cover met koperkleurige opdruk:

Seven Brief Lessons on Physics door natuurkundige Carlo Rovelli.



Omdat ik de Nederlandse vertaling niet onmiddellijk vond, kon ik het niet laten om meteen zelf het eerste hoofdstuk ("De eerste les") te vertalen. Die gaat over de algemene relativiteitstheorie. Klik hier voor deze vertaling.

Het boekje is redelijk toegankelijk. Je moet geen natuurkundige zijn om het te kunnen verstaan.  

Waarover gaat het? Over de relativiteitstheorieën, kwantummechanica en kosmologie. Wat is dit universum? En wat zijn de elementaire bouwstenen? Het geeft een beschrijving wat de inzichten van de laatste honderd jaar.

Waarom vond ik het boekje zo geweldig? In elk hoofdstuk had ik enkele aha-ervaringen.

  • Gaandeweg krijg je het inzicht dat de wereld zoals wij die wij waarnemen een zeer beperkte en vervormde weergave is van de werkelijkheid. 
  • Het geeft ook aan dat een open geest absoluut vereist is om vooruitgang te boeken in wetenschap. In het verleden zijn heel wat dogma's gesneuveld. In de toekomst zal dat niet anders zijn.
  • Vanuit puur natuurkundig standpunt kun je niet anders dan besluiten hoezeer alles met alles verbonden is. Een boodschap die op dit ogenblik meer dan ooit van toepassing is.
Afgelopen dagen een boekenbon gekregen onder de kerstboom? Voilà, hier een warme suggestie.

Meer info

Fnac: 
  • Zeven korte beschouwingen over natuurkunde, zie hier
  • Seven Brief Lessons on Physics, zie hier
Bol.com
  • Voor alle beschikbare publicaties van Carlo Rovelli, klik hier


zondag 22 november 2015

Gebruiksvriendelijke parkeermeters in Brussel centrum

Gisteren was ik voor een boodschap in Brussel. Ik twijfelde even of ik wel zou gaan, want er was een ernstig terreuralarm. Vermits ik geen grote massa opzocht, begreep ik dat een bezoek wel veilig en vlot zou verlopen. En dat was ook zo. De stad was leeg en er was parking zat.

Alleen dat parkeren verliep niet zo vlot. Tenminste mijn confrontatie met de parkeermeter was lichtelijk problematisch. Blijkbaar zijn de vroegere exemplaren onlangs vernieuwd. Er staat nu een klavier op met het volledige alfabet. "Wat moet ik daarmee?" vroeg ik mij onmiddellijk af.



Ik laat mij niet makkelijk imponeren door techniek. Integendeel. Iemand die mij een beetje kent, weet dat techniek mij zelfs boeit. Als burgerlijk ingenieur computerwetenschappen, geef ik uit principe niet gauw op, vooral als het specifiek over computers gaat. Al geef ik wel toe dat ik extra gevoelig ben voor gebruiksgemak, omdat user interfaces toevallig wel een van mijn specialiteiten was toen ik nog computerprogramma's ontwierp.

Maar jongens! Wat een gedrocht! Ik heb echt even getwijfeld om mijn parkeerkaart te leggen. Immers er staat ergens aangeduid dat je je parkeerkaart mag leggen bij defect. Dit is duidelijk een voorbeeld van een product dat niet af is. Het is ook het levende bewijs dat je voor zo'n toestellen een professional nodig hebt op gebied van gebruikersinterface.

Het eerste wat mij opviel aan het toestel, was het alfanumeriek klavier. En het tweede is wellicht het nummer van het toestel. In mijn geval 527. Het overdondert allemaal: er is een scherm dat zwart is wanneer je aankomt, een klavier met onderaan allemaal gekleurde knoppen, een aanduiding waar het ticket uitkomt en dan het paarse label met daaraan het nummer in het groot. Overdonderend. Wat ik eerst moet zien, zie ik nu pas bij het schrijven van deze tekst wanneer ik de foto analyseer. Ik moet op een startknop drukken. Alhoewel. Duidelijk is het ook weer niet, want te tekening van de startknop stemt niet overeen met de startknop op het klavier.

En dat gaat zo maar verder. Uiteindelijk kreeg ik een scherm voorgeschoteld vol teksten in het Frans. Onderaan op het scherm staan de andere talen ook vermeld, voorafgegaan door een pijl die naar rechts wijst. Ik dus op zoek naar een pijl op het scherm (niet nodig, want het is geen touch screen) en op het toetsenbord (vond ik niet, maar een is wel een pijl naar links. Fout! dit is de correctie toets, het beeld verdwijnt! Gelieve opnieuw te beginnen!)

Opeens ontdekte ik een toets met twee vlaggetjes. "Stond die toets ook niet op de vorige parkeermeters?" Ja! Ik drukte erop, en het toestel toonde een Nederlandstalig scherm. Oef. Je moet het maar zien. En je moet het dan ook nog door hebben.

Echter omdat mijn zoektocht nog niet gedaan was, heb ik nog verschillende keren op dit knopje moeten drukken omdat het toestel standaard eerst in het Frans werkt.

Al snel had ik een ticketje om 15 minuten gratis te parkeren. Maar dat was niet wat ik nodig had. Toen ontdekte ik dat het toestel geen munten aanvaardt. Weeral frustratie.,want de vorm van het toestel geeft duidelijk aan waar die muntontvanger hoort te zitten. Alleen hebben ze er nu een stop op gezet.

Ik weet niet meer wat ik precies gedaan heb, maar toen vroeg het toestel mijn nummerplaat. En toen herinnerde ik mij van andere parkeermeters in een andere stad, dat ik misschien geen ticketje hoef te leggen. Die vroegere ervaring hielp mij.

Na nog wat geklungel, kon ik eindelijk die plus-knop gebruiken. Daarvan had ik wel door dat ze diende om de parkeerduur in te stellen.

Na heel wat geklungel is het mij dus toch gelukt. Maar hoe kan een gewone sterveling zonder IT-achtergrond daar nu aan uit? Even later hoorde ik de bevestiging. Het was blijkbaar ook al een onderwerp op TV Brussel geweest.

Mijn boodschappen duurden helaas wat langer dan gepland. Dus, moest ik weer de hele tocht naar mijn auto afleggen om extra parkeertijd  te kopen. Niet leuk, want het regende ondertussen, en ik was er niet op gekleed.

Ondanks mijn eerste ervaring, heb ik weer moeten zoeken en proberen en -- gelukkig -- uiteindelijk toch gevonden.

Een klein uurtje later reed ik terug naar huis via Schaarbeek. Daar zag ik ook parkeermeters: SMS "nummerplaat SCH01" naar 4411 las ik vanuit de wagen. Zo eenvoudig kan het! Zo gebeurt het ook in Antwerpen en heel wat andere steden. Bovendien met dit systeem had ik nog een half uur uitgespaard, want je hoeft nooit terug te stappen om munten bij te voegen. (Euh, gelieve enkel met kaart te betalen) En je betaalt precies voor de tijd dat je parkeert. (SMS "Q" naar 4411)

zaterdag 7 november 2015

Algemene relativiteitstheorie, de mooiste van alle theoriën

Uit Sette brevi lezioni di fisica door Carlo Rovelli. In het Engels vertaald als Seven Brief Lessons on Physics (Zeven korte beschouwingen over natuurkunde).

Het boek is telt amper een tachtigtal bladzijden, en beschrijft in een toegankelijke taal de huidige status van onze kennis over natuurkunde.


Carlo Rovelli is een natuurkundige die belangrijke bijdragen heeft geleverd aan de fysica van ruimte en tijd. Hij heeft gewerkt in Italië en de VS, en leidt momenteel de kwantumzwaartekracht onderzoeksgroep van het Centre de Physique Théorique in Marseille (Frankrijk). De teksten verschenen aanvankelijk als columns in de cultuurbijlage in de Italiaanse krant Il Sole 24 Ore.

Het boek is  werd ondertussen al in meer dan twintig talen vertaald. Aanvankelijk vond ik niet onmiddellijk een Nederlandse vertaling. Omdat ik er zo enthousiast was, kon ik het niet laten om het eerste hoofdstuk te vertalen in het Nederlands. Het boek bestaat uit zeven hoofdstukken. De zes eerste hoofdstukken behandelen telkens een domein van de natuurkunde. Het laatste hoofdstuk is een conclusie. Deze "lessen", zoals de auteur ze noemt, zijn eerder verschenen als column in de Italiaanse krant
Il Sole 24 Ore.

Ondertussen heb ik de Nederlandse vertaling wel gevonden. Weliswaar enkel in papieren formaat. (zien onderaan)

Cover art

De eerste les

De mooiste van alle theorieën


Tijdens zijn jeugd spendeerde Albert Einstein een jaar aan doelloos lanterfanten. Je komt nooit ergens als je nooit tijd verliest - iets wat helaas heel wat ouders met tieners vaak blijken te vergeten. Hij was in Pavia [in het noorden van Italië, 25 km ten zuiden van Milaan]. Hij was teruggekeerd naar zijn familie nadat hij zijn studies in Duitsland had afgebroken. Hij kon het strenge regime niet aan. Het was het begin van de twintigste eeuw, en de industriële revolutie begon in Italië. Zijn vader, een ingenieur, installeerde de eerste elektriciteitscentrale in de Povlakte. Albert las Kant en volgde af en toe lessen aan de Universiteit van Padua [waar onder andere Galileo Galilei ooit les heeft gegeven]: voor het plezier, zonder zich in te schrijven en zonder aan examens te denken. Zo ernstig kunnen wetenschappers zijn.

Daarna schreef hij zich in aan de Universiteit van Zurich, en legde hij zich volledig toe op de studie van natuurkunde. Enkele jaren later, in 1905, stuurde hij drie artikelen naar het meest gerenommeerde wetenschappelijk tijdschrift van die tijd, het Annalen der Physik. Elk verdiende een Nobelprijs. Het eerste toonde aan dat atomen echt bestaan. Het tweede legt de basis voor kwantummechanica, wat onderwerp is van de volgende les. Het derde beschrijft zijn eerste relativiteitstheorie (beter bekend als "speciale relativiteit"), de theorie die aan het licht brengt dat tijd niet voor iedereen identiek voortschrijdt: er ontstaat een leeftijdsverschil tussen tweelingen wanneer een van hen aan een bepaalde snelheid beweegt.

Op slag werd Einstein een vermaard wetenschapper en kreeg hij werkaanbiedingen bij verschillende universiteiten. Echter een ding zat hem dwars: ondanks zijn onmiddellijke bijval, was er iets wat niet klopte rond zwaartekracht, namelijk hoe voorwerpen vallen. Hij kwam tot dit inzicht toen hij een artikel schreef waarin hij zijn theorie samenvatte, en hij zich begon af te vragen of de wet van "universele zwaartekracht" zoals Isaac Newton, de grondlegger van de natuurkunde het zelf noemde, aan herziening toe was om het verenigbaar te maken met het concept van relativiteit. Hij verdiepte zich helemaal in het probleem. Het zou tien jaar duren om de oplossing te vinden. Tien jaar van dolgedraaide studie, pogingen, fouten, verwarring, foute artikels, briljante ideeën, onjuiste ideeën.

Uiteindelijk, in november 1915, publiceerde hij een artikel dat de volledige oplossing beschreef: een nieuwe zwaartekrachttheorie, die hij de "algemene relativiteitstheorie" noemde, zijn meesterwerk en "mooiste van alle theorieën", volgens de prominente Russisch natuurkundige Lev Landau.

Er zijn absolute meesterwerken die ons intens ontroeren: het Requiem van Mozart, Odyssee van Homerus, de Sixtijnse kapel, King Lear. Om hun pracht ten volle te kunnen waarderen, vergt dit heel wat studie, maar de beloning is pure schoonheid - en dit is niet alles, het doet ons zelfs de wereld vanuit een ander perspectief bekijken. Einsteins parel, de algemene relativiteitstheorie is een meesterwerk van die orde.

Ik herinner mij de opwinding die ik voelde toen ik er iets van begon te begrijpen. Het was zomer. Ik was aan het zonovergoten mediterraanse strand van Condofuri in Calabrië [helemaal aan de tip van het zuiden van Italië], het was mijn laatste jaar als student. Niet afgeleid door het schoolse, studeert men het best tijdens vakanties. Ik studeerde met de hulp van een boek dat aan de randen was afgeknaagd door muizen, omdat ik het 's nachts gebruikte om de gaten te blokkeren van die arme wezentjes in het vervallen, hippie-achtige huis op een Umbrische heuvel waar ik vroeger een toevlucht nam tegen de verveling van de colleges aan de universiteit van Bologne. [De oudste universiteit van Europa, in het noorden van Italiê] Af en toe keek ik boven mijn boek uit en keek ik naar de schitterende zee:  ik had de indruk dat ik eigenlijk naar Einsteins kromming van ruimte en tijd keek.

Het was als magie: alsof een vriend een buitengewone verborgen waarheid in mijn oor fluisterde, de plotse ontsluiering van een werkelijkheid van een eenvoudiger, diepere orde.  Sinds we ontdekten dat de aarde rond is en draait zoals een dolgedraaide tol, hebben wij geleerd dat de realiteit anders is dan wij ze ervaren: iedere keer wij een glimp opvangen van een nieuw aspect, is dit een diep emotionele ervaring. Een andere sluier is gevallen.

Maar vergeleken met de vele sprongen voorwaarts in de wetenschap in de loop van de geschiedenis, is die van Einstein misschien wel ongeëvenaard. Waarom?

In de eerste plaats omdat, eenmaal je het principe verstaat, de theorie van een adembenemende eenvoud getuigt. Ik vat de theorie samen.

Newton heeft gepoogd een verklaring te vinden waarom voorwerpen vallen en planeten draaien. Hij veronderstelde dat er een kracht was die voorwerpen elkaar deed aantrekken, en hij noemde aantrekkingskracht. Hoe die kracht uitgeoefend werd op voorwerpen die op een afstand van elkaar verwijderd waren, zonder dat er iets tussen, was onbekend - en de grote grondlegger van hedendaagse wetenschap was voorzichtig om hiervoor een verklaring te formuleren. Newton veronderstelde dat voorwerpen zich in de ruimte bewogen, en dat ruimte een grote container was, een grote doos dat het universum omvat, een immense structuur waar alle voorwerpen zich in bewegen tot een kracht ze dwingt om hun baan af te buigen. Waarvan deze "ruimte" gemaakt was, kon Newton niet verklaren. Maar enkele jaren voor Einstein geboren werd, voegden twee grote Britse wetenschappers, Michael Faraday en James Maxwell, een sleutelingrediënt toe aan Newtons koude wereld: het elektromagnetisch veld. Dit veld is iets wat bestaat, overal verspreid, radiogolven draagt, ruimte vult, kan trillen en oscilleren zoals de oppervlakte van een meer, en "vervoert" de elektrische kracht. Al van in zijn jeugd was Einstein gefascineerd door dit elektromagnetisch veld dat de rotoren deed draaien in de elektriciteitscentrales die zijn vader bouwde, en zo kwam hij tot het inzicht dat zwaartekracht, zoals elektriciteit, overgebracht werd via een veld: een "gravitatieveld", gelijkaardig aan een "elektrisch veld". Hij probeerde te verstaan hoe dit "gravitatieveld" werkt, en hoe het in formules kan gegoten worden.

Het is op dit punt dat een merkwaardig idee in hem opkwam, een vlaag van pure genialiteit: het gravitatieveld is niet verspreid in de ruimte, het gravitatieveld is de ruimte zelf. Dit is het principevan de algemene relativiteitstheorie. Newtons "ruimte" waarin voorwerpen zich voortbewegen, en het "gravitatieveld" zijn een en hetzelfde.

Dit is een moment van verlichting. Een gewichtige vereenvoudiging van de wereld: ruimte is niet langer iets wat losstaat van materie, het is een van materiaaleigenschappen van de wereld. Het is iets wat golft, buigt, kromt en draait. Wij zitten niet vervat in een onzichtbare starre infrastructuur: wij zijn opgenomen in een gigantische flexibele slakkenschelp. De zon buigt de ruimte rond zich, en de aarde draait er niet rond omdat er een mysterieuze kracht is, maar omdat ze racet in een ruimte die afbuigt, zoals een knikker rolt in een trechter. Er worden geen geheimzinnige krachten gegenereerd in het centrum van de trechter, het is de gebogen natuur van de wanden die zorgt dat de knikker rolt. Planeten cirkelen rond de zon en voorwerpen vallen omdat de ruimte buigt.

Hoe kunnen wij die kromming van de ruimte beschrijven? De meest vooraanstaande wiskundige van de negentiende eeuw, Carl Friedrich Gauss, die soms de koning van de wiskunde wordt genoemd, had een formule geschreven die een tweedimensionaal golvend oppervlak beschrijft, zoals een de oppervlakten van heuvels. Toen heeft hij aan een getalenteerde student van hem gevraagd om de theorie te veralgemenen voor ruimtes in drie of meer dimensies. De student in kwestie, Bernhard Riemann heeft een indrukwekkend proefschrift geproduceerd, dat volkomen nutteloos leek. De conclusie van thesis van Riemann was dat de eigenschappen van een gekromde ruimte worden vervat zitten in  een welbepaald wiskundig object, dat we vandaag kennen als de krommingstensor van Riemann, en wij voorstellen meet de letter R. Einstein schreef een formule die zegt dat R equivalent is met de energie van materie. Met andere woorden: ruimte kromt waar materie is. Dat is het. De formule past op een halve lijn, meer niet. Een visie - dat ruimte kromt - werd een vergelijking.

Maar in die vergelijking schuilt een universum dat wemelt. En hier opent de magische rijkdom van de theorie de deur naar een fantasmagorische opeenvolging van voorspellingen die op geraaskal van een gek lijken, maar die stuk voor stuk waar bleken.

Om te beginnen, de vergelijking beschrijft hoe de ruimte buigt rond een ster. Door deze kromming draaien niet alleen de planeten rond de ster, maar licht beweegt niet langer in een rechte lijn, maar wijkt af. In 1919 werd deze afwijking gemeten, en de voorspelling gecontroleerd. Maar het is niet enkel ruimte die buigt, tijd buigt eveneens. Einstein voorspelde dat de tijd sneller gaat boven dan beneden, dichter bij de Aarde. Dit werd gemeten, en het bleek het geval te zijn. Indien een man die op zeeniveau heeft geleefd zijn tweelingbroer ontmoet die in de bergen heeft gewoond, zal hij vaststellen dat zijn broer lichtjes ouder is dan hem. En dit is nog maar het begin.

Wanneer een ster al zijn brandstof (waterstof) heeft verbrand dooft ze. Wat overblijft wordt niet langer ondersteund door de hitte van de verbranding en bezwijkt onder zijn eigen gewicht, tot een punt waar het de ruimte dermate buigt dat het keldert tot een feitelijk gat. Dit zijn de fameuze zwarte gaten. Toen ik studeerde aan de universiteit werden ze beschouwd als nauwelijks geloofwaardige voorspellingen van een esoterische theorie. Vandaag worden ze bij honderden waargenomen in de ruimte, en worden ze in detail bestudeerd door astronomen.

Maar dit is niet alles. De hele ruimte kan uitzetten of krimpen. Bovendien, de vergelijking van Einstein toont dat de ruimte niet stil kan staan, het moet uitzetten. In 1930 werd de uitdeining van het heelal gemeten. Dezelfde vergelijking voorspelt dat de uitdeining veroorzaakt moet zijn door een explosie van een jong, extreem klein en extreem heet universum: wat we nu kennen als de Big Bang. Opnieuw, niemand geloofde dit aanvankelijk, maar het bewijs werd geleverd toen de kosmische achtergrondstraling werd waargenomen, de diffuse schittering die overblijft van de hitte die veroorzaakt werd door die oorspronkelijke explosie. De voorspelling die uit Einsteins vergelijking voortvloeide, bleek te kloppen. En verder nog, deze theorie stelt dat de ruimte beweegt als de oppervlakte van de zee. De effecten van deze "gravitatiegolven" worden in het heelal waargenomen op binaire sterren, en komen overeen met de voorspellingen van de theorie zelfs tot de verbazingwekkende precisie van één miljardste. En zo verder.

Kortweg, de theorie beschrijft een kleurrijke en verbazingwekkende wereld waar universa ontploffen, ruimte ineenstort in een bodemloos gat, tijd verzakt en vertraagt in de nabijheid van een planeet, en de onbegrensde uitbreidingen van de interstellaire ruimte rimpelen en zwaaien zoals zeeoppervlakte... En dit alles kwam geleidelijk uit een boek waar de muizen aan geknaagd hebben, het was geen verzinsel verteld door een idioot in een vlaag van waanzin, of een hallucinatie veroorzaakt door de Mediterraanse verschroeiende zon van Calabrië en zijn oogverblindende zee. Het was werkelijkheid.

Of beter, een glimp van de werkelijkheid, een heel klein beetje minder gesluierd dan onze wazige en en onze gewone alledaagse kijk. Een werkelijkheid die lijkt gemaakt van hetzelfde materiaal waarvan onze dromen zijn gemaakt, maar die daarentegen echter is dan onze alledaagse versluierde dromen.

Dit is allemaal het resultaat van een elementaire intuïtie: dat ruimte en zwaartekrachtveld een en hetzelfde zijn. En van een eenvoudige vergelijking waaraan ik niet kan weerstaan om ze hier neer te schrijven, ook al zal je ze vrijwel zeker niet kunnen ontcijferen. Maar misschien zal iemand die ze leest wel de wonderlijke eenvoud kunnen appreciëren:

Rab − ½ R gab = Tab

Dat is het.

Je moet natuurlijk de wiskunde van Riemann studeren en verwerken om deze formule te kunnen lezen en gebruiken. Het vergt wat toewijding en inzet. Maar minder dan nodig om de ijle schoonheid van een laat Beethoven strijkkwartet te waarderen. In beide gevallen is de beloning pure schoonheid, en een nieuwe blik op de wereld.

---

Meer over het boek:

Ik heb ook een papieren exemplaar gekocht. Het is een prachting afgewerkt boekje. Ik heb het gevonden in Fnac Leuven.


Je kan de Nederlandse vertaling ook verkrijgen bij Fnac. Klik hier voor meer info.






Algemene relativiteitstheorie, de mooiste van alle theoriën

Uit Sette brevi lezioni di fisica door Carlo Rovelli. In het Engels vertaald als Seven Brief Lessons on Physics (Zeven korte beschouwingen over natuurkunde).

Het boek is telt amper een tachtigtal bladzijden, en beschrijft in een toegankelijke taal de huidige status van onze kennis over natuurkunde.


Carlo Rovelli is een natuurkundige die belangrijke bijdragen heeft geleverd aan de fysica van ruimte en tijd. Hij heeft gewerkt in Italië en de VS, en leidt momenteel de kwantumzwaartekracht onderzoeksgroep van het Centre de Physique Théorique in Marseille (Frankrijk). De teksten verschenen aanvankelijk als columns in de cultuurbijlage in de Italiaanse krant Il Sole 24 Ore.

Het boek is  werd ondertussen al in meer dan twintig talen vertaald. Aanvankelijk vond ik niet onmiddellijk een Nederlandse vertaling. Omdat ik er zo enthousiast was, kon ik het niet laten om het eerste hoofdstuk te vertalen in het Nederlands. Het boek bestaat uit zeven hoofdstukken. De zes eerste hoofdstukken behandelen telkens een domein van de natuurkunde. Het laatste hoofdstuk is een conclusie. Deze "lessen", zoals de auteur ze noemt, zijn eerder verschenen als column in de Italiaanse krant
Il Sole 24 Ore.

Ondertussen heb ik de Nederlandse vertaling wel gevonden. Weliswaar enkel in papieren formaat. (zien onderaan)

Cover art

De eerste les

De mooiste van alle theorieën


Tijdens zijn jeugd spendeerde Albert Einstein een jaar aan doelloos lanterfanten. Je komt nooit ergens als je nooit tijd verliest - iets wat helaas heel wat ouders met tieners vaak blijken te vergeten. Hij was in Pavia [in het noorden van Italië, 25 km ten zuiden van Milaan]. Hij was teruggekeerd naar zijn familie nadat hij zijn studies in Duitsland had afgebroken. Hij kon het strenge regime niet aan. Het was het begin van de twintigste eeuw, en de industriële revolutie begon in Italië. Zijn vader, een ingenieur, installeerde de eerste elektriciteitscentrale in de Povlakte. Albert las Kant en volgde af en toe lessen aan de Universiteit van Padua [waar onder andere Galileo Galilei ooit les heeft gegeven]: voor het plezier, zonder zich in te schrijven en zonder aan examens te denken. Zo ernstig kunnen wetenschappers zijn.

Daarna schreef hij zich in aan de Universiteit van Zurich, en legde hij zich volledig toe op de studie van natuurkunde. Enkele jaren later, in 1905, stuurde hij drie artikelen naar het meest gerenommeerde wetenschappelijk tijdschrift van die tijd, het Annalen der Physik. Elk verdiende een Nobelprijs. Het eerste toonde aan dat atomen echt bestaan. Het tweede legt de basis voor kwantummechanica, wat onderwerp is van de volgende les. Het derde beschrijft zijn eerste relativiteitstheorie (beter bekend als "speciale relativiteit"), de theorie die aan het licht brengt dat tijd niet voor iedereen identiek voortschrijdt: er ontstaat een leeftijdsverschil tussen tweelingen wanneer een van hen aan een bepaalde snelheid beweegt.

Op slag werd Einstein een vermaard wetenschapper en kreeg hij werkaanbiedingen bij verschillende universiteiten. Echter een ding zat hem dwars: ondanks zijn onmiddellijke bijval, was er iets wat niet klopte rond zwaartekracht, namelijk hoe voorwerpen vallen. Hij kwam tot dit inzicht toen hij een artikel schreef waarin hij zijn theorie samenvatte, en hij zich begon af te vragen of de wet van "universele zwaartekracht" zoals Isaac Newton, de grondlegger van de natuurkunde het zelf noemde, aan herziening toe was om het verenigbaar te maken met het concept van relativiteit. Hij verdiepte zich helemaal in het probleem. Het zou tien jaar duren om de oplossing te vinden. Tien jaar van dolgedraaide studie, pogingen, fouten, verwarring, foute artikels, briljante ideeën, onjuiste ideeën.

Uiteindelijk, in november 1915, publiceerde hij een artikel dat de volledige oplossing beschreef: een nieuwe zwaartekrachttheorie, die hij de "algemene relativiteitstheorie" noemde, zijn meesterwerk en "mooiste van alle theorieën", volgens de prominente Russisch natuurkundige Lev Landau.

Er zijn absolute meesterwerken die ons intens ontroeren: het Requiem van Mozart, Odyssee van Homerus, de Sixtijnse kapel, King Lear. Om hun pracht ten volle te kunnen waarderen, vergt dit heel wat studie, maar de beloning is pure schoonheid - en dit is niet alles, het doet ons zelfs de wereld vanuit een ander perspectief bekijken. Einsteins parel, de algemene relativiteitstheorie is een meesterwerk van die orde.

Ik herinner mij de opwinding die ik voelde toen ik er iets van begon te begrijpen. Het was zomer. Ik was aan het zonovergoten mediterraanse strand van Condofuri in Calabrië [helemaal aan de tip van het zuiden van Italië], het was mijn laatste jaar als student. Niet afgeleid door het schoolse, studeert men het best tijdens vakanties. Ik studeerde met de hulp van een boek dat aan de randen was afgeknaagd door muizen, omdat ik het 's nachts gebruikte om de gaten te blokkeren van die arme wezentjes in het vervallen, hippie-achtige huis op een Umbrische heuvel waar ik vroeger een toevlucht nam tegen de verveling van de colleges aan de universiteit van Bologne. [De oudste universiteit van Europa, in het noorden van Italiê] Af en toe keek ik boven mijn boek uit en keek ik naar de schitterende zee:  ik had de indruk dat ik eigenlijk naar Einsteins kromming van ruimte en tijd keek.

Het was als magie: alsof een vriend een buitengewone verborgen waarheid in mijn oor fluisterde, de plotse ontsluiering van een werkelijkheid van een eenvoudiger, diepere orde.  Sinds we ontdekten dat de aarde rond is en draait zoals een dolgedraaide tol, hebben wij geleerd dat de realiteit anders is dan wij ze ervaren: iedere keer wij een glimp opvangen van een nieuw aspect, is dit een diep emotionele ervaring. Een andere sluier is gevallen.

Maar vergeleken met de vele sprongen voorwaarts in de wetenschap in de loop van de geschiedenis, is die van Einstein misschien wel ongeëvenaard. Waarom?

In de eerste plaats omdat, eenmaal je het principe verstaat, de theorie van een adembenemende eenvoud getuigt. Ik vat de theorie samen.

Newton heeft gepoogd een verklaring te vinden waarom voorwerpen vallen en planeten draaien. Hij veronderstelde dat er een kracht was die voorwerpen elkaar deed aantrekken, en hij noemde aantrekkingskracht. Hoe die kracht uitgeoefend werd op voorwerpen die op een afstand van elkaar verwijderd waren, zonder dat er iets tussen, was onbekend - en de grote grondlegger van hedendaagse wetenschap was voorzichtig om hiervoor een verklaring te formuleren. Newton veronderstelde dat voorwerpen zich in de ruimte bewogen, en dat ruimte een grote container was, een grote doos dat het universum omvat, een immense structuur waar alle voorwerpen zich in bewegen tot een kracht ze dwingt om hun baan af te buigen. Waarvan deze "ruimte" gemaakt was, kon Newton niet verklaren. Maar enkele jaren voor Einstein geboren werd, voegden twee grote Britse wetenschappers, Michael Faraday en James Maxwell, een sleutelingrediënt toe aan Newtons koude wereld: het elektromagnetisch veld. Dit veld is iets wat bestaat, overal verspreid, radiogolven draagt, ruimte vult, kan trillen en oscilleren zoals de oppervlakte van een meer, en "vervoert" de elektrische kracht. Al van in zijn jeugd was Einstein gefascineerd door dit elektromagnetisch veld dat de rotoren deed draaien in de elektriciteitscentrales die zijn vader bouwde, en zo kwam hij tot het inzicht dat zwaartekracht, zoals elektriciteit, overgebracht werd via een veld: een "gravitatieveld", gelijkaardig aan een "elektrisch veld". Hij probeerde te verstaan hoe dit "gravitatieveld" werkt, en hoe het in formules kan gegoten worden.

Het is op dit punt dat een merkwaardig idee in hem opkwam, een vlaag van pure genialiteit: het gravitatieveld is niet verspreid in de ruimte, het gravitatieveld is de ruimte zelf. Dit is het principevan de algemene relativiteitstheorie. Newtons "ruimte" waarin voorwerpen zich voortbewegen, en het "gravitatieveld" zijn een en hetzelfde.

Dit is een moment van verlichting. Een gewichtige vereenvoudiging van de wereld: ruimte is niet langer iets wat losstaat van materie, het is een van materiaaleigenschappen van de wereld. Het is iets wat golft, buigt, kromt en draait. Wij zitten niet vervat in een onzichtbare starre infrastructuur: wij zijn opgenomen in een gigantische flexibele slakkenschelp. De zon buigt de ruimte rond zich, en de aarde draait er niet rond omdat er een mysterieuze kracht is, maar omdat ze racet in een ruimte die afbuigt, zoals een knikker rolt in een trechter. Er worden geen geheimzinnige krachten gegenereerd in het centrum van de trechter, het is de gebogen natuur van de wanden die zorgt dat de knikker rolt. Planeten cirkelen rond de zon en voorwerpen vallen omdat de ruimte buigt.

Hoe kunnen wij die kromming van de ruimte beschrijven? De meest vooraanstaande wiskundige van de negentiende eeuw, Carl Friedrich Gauss, die soms de koning van de wiskunde wordt genoemd, had een formule geschreven die een tweedimensionaal golvend oppervlak beschrijft, zoals een de oppervlakten van heuvels. Toen heeft hij aan een getalenteerde student van hem gevraagd om de theorie te veralgemenen voor ruimtes in drie of meer dimensies. De student in kwestie, Bernhard Riemann heeft een indrukwekkend proefschrift geproduceerd, dat volkomen nutteloos leek. De conclusie van thesis van Riemann was dat de eigenschappen van een gekromde ruimte worden vervat zitten in  een welbepaald wiskundig object, dat we vandaag kennen als de krommingstensor van Riemann, en wij voorstellen meet de letter R. Einstein schreef een formule die zegt dat R equivalent is met de energie van materie. Met andere woorden: ruimte kromt waar materie is. Dat is het. De formule past op een halve lijn, meer niet. Een visie - dat ruimte kromt - werd een vergelijking.

Maar in die vergelijking schuilt een universum dat wemelt. En hier opent de magische rijkdom van de theorie de deur naar een fantasmagorische opeenvolging van voorspellingen die op geraaskal van een gek lijken, maar die stuk voor stuk waar bleken.

Om te beginnen, de vergelijking beschrijft hoe de ruimte buigt rond een ster. Door deze kromming draaien niet alleen de planeten rond de ster, maar licht beweegt niet langer in een rechte lijn, maar wijkt af. In 1919 werd deze afwijking gemeten, en de voorspelling gecontroleerd. Maar het is niet enkel ruimte die buigt, tijd buigt eveneens. Einstein voorspelde dat de tijd sneller gaat boven dan beneden, dichter bij de Aarde. Dit werd gemeten, en het bleek het geval te zijn. Indien een man die op zeeniveau heeft geleefd zijn tweelingbroer ontmoet die in de bergen heeft gewoond, zal hij vaststellen dat zijn broer lichtjes ouder is dan hem. En dit is nog maar het begin.

Wanneer een ster al zijn brandstof (waterstof) heeft verbrand dooft ze. Wat overblijft wordt niet langer ondersteund door de hitte van de verbranding en bezwijkt onder zijn eigen gewicht, tot een punt waar het de ruimte dermate buigt dat het keldert tot een feitelijk gat. Dit zijn de fameuze zwarte gaten. Toen ik studeerde aan de universiteit werden ze beschouwd als nauwelijks geloofwaardige voorspellingen van een esoterische theorie. Vandaag worden ze bij honderden waargenomen in de ruimte, en worden ze in detail bestudeerd door astronomen.

Maar dit is niet alles. De hele ruimte kan uitzetten of krimpen. Bovendien, de vergelijking van Einstein toont dat de ruimte niet stil kan staan, het moet uitzetten. In 1930 werd de uitdeining van het heelal gemeten. Dezelfde vergelijking voorspelt dat de uitdeining veroorzaakt moet zijn door een explosie van een jong, extreem klein en extreem heet universum: wat we nu kennen als de Big Bang. Opnieuw, niemand geloofde dit aanvankelijk, maar het bewijs werd geleverd toen de kosmische achtergrondstraling werd waargenomen, de diffuse schittering die overblijft van de hitte die veroorzaakt werd door die oorspronkelijke explosie. De voorspelling die uit Einsteins vergelijking voortvloeide, bleek te kloppen. En verder nog, deze theorie stelt dat de ruimte beweegt als de oppervlakte van de zee. De effecten van deze "gravitatiegolven" worden in het heelal waargenomen op binaire sterren, en komen overeen met de voorspellingen van de theorie zelfs tot de verbazingwekkende precisie van één miljardste. En zo verder.

Kortweg, de theorie beschrijft een kleurrijke en verbazingwekkende wereld waar universa ontploffen, ruimte ineenstort in een bodemloos gat, tijd verzakt en vertraagt in de nabijheid van een planeet, en de onbegrensde uitbreidingen van de interstellaire ruimte rimpelen en zwaaien zoals zeeoppervlakte... En dit alles kwam geleidelijk uit een boek waar de muizen aan geknaagd hebben, het was geen verzinsel verteld door een idioot in een vlaag van waanzin, of een hallucinatie veroorzaakt door de Mediterraanse verschroeiende zon van Calabrië en zijn oogverblindende zee. Het was werkelijkheid.

Of beter, een glimp van de werkelijkheid, een heel klein beetje minder gesluierd dan onze wazige en en onze gewone alledaagse kijk. Een werkelijkheid die lijkt gemaakt van hetzelfde materiaal waarvan onze dromen zijn gemaakt, maar die daarentegen echter is dan onze alledaagse versluierde dromen.

Dit is allemaal het resultaat van een elementaire intuïtie: dat ruimte en zwaartekrachtveld een en hetzelfde zijn. En van een eenvoudige vergelijking waaraan ik niet kan weerstaan om ze hier neer te schrijven, ook al zal je ze vrijwel zeker niet kunnen ontcijferen. Maar misschien zal iemand die ze leest wel de wonderlijke eenvoud kunnen appreciëren:

Rab − ½ R gab = Tab

Dat is het.

Je moet natuurlijk de wiskunde van Riemann studeren en verwerken om deze formule te kunnen lezen en gebruiken. Het vergt wat toewijding en inzet. Maar minder dan nodig om de ijle schoonheid van een laat Beethoven strijkkwartet te waarderen. In beide gevallen is de beloning pure schoonheid, en een nieuwe blik op de wereld.

---

Meer over het boek:

Ik heb ook een papieren exemplaar gekocht. Het is een prachting afgewerkt boekje. Ik heb het gevonden in Fnac Leuven.


Je kan de Nederlandse vertaling ook verkrijgen bij Fnac. Klik hier voor meer info.