zaterdag 8 juni 2013

Vlaanderen sterk in creatieve content creatie

De laatste twintig jaar is er wat veranderd in Vlaanderen. We waren al goed in friet, chocolade en bier. Nu is daar ook content creatie bijgekomen.

  • Vlaming Peter Vandermeersch staat aan het hoofd van NRC Handelsblad, een van de meest invloedrijke kwaliteitskranten in Nederland. (Omgekeerd, vinden wij geen Nederlander aan het roer van een krant)
  • Christian Van Thilo neemt met zijn De Persgroep PCM Uitgever over, waardoor o.a. Het Parool, De Volkskrant in Vlaamse handen komen. In deze groep, die ondertussen De Persgroep Nederland heet, is het gelijknamige Nederlandse zusje van Q Music ondergebracht.
  • Onlangs won Wat als? de Gouden Roos in de categorie Comedy. Deze Vlaams reeks heeft het gehaald voor twee Britse series. Geen toevalstreffer, dezelfde makers hadden nog een Gouden Roos op de schouw staan voor Benidorm Bastards, in 2010. Twee keer een Gouden Roos winnen, is bijzonder uitzonderlijk.
  • Misschien minder in de kijker, maar Sultan Sushi, het bedrijf van Johan Tuyaerts, dat groot geworden is met Fata Morgana, en dat op alle publieke en commerciële zenders hoge ogen gooit (o.a. met kijkcijferhit Danni Lowinski op VTM) heeft ook een vestiging in Amsterdam
  • Onze reclamesector scoort ook bijzonder goed. In de jaren '90 sprongen wij een gat in de lucht als we al eens één nominatie voor een of andere categorie behaalden. Ondertussen komen onze landgenoten elk jaar met verschillende gouden beeldjes thuis uit Cannes.

Commerciële televisie en televisiereclame hebben pas hun intrede gedaan in 1989. Ik denk dat dat een van de redenen is. In 1989 keken Vlamingen massaal naar de Nederlandse televisie. Het omroepenbestel was er meer kijkersgericht (want uitzendtijd en dotatie stonden in verhouding tot het aantal betalende leden dat ze wisten te werven). In 1989 was Vlaamse televisiereclame bijzonder klungelig, terwijl de Nederlanders via de STER al langer een traditie hadden. 

In 1989 zijn wij in Vlaanderen eigenlijk met een quasi propere lei gestart. Sindsdien hebben jonge creatieve mensen de sectoren televisie en reclame een enorme boost gegeven. Als we vandaag goed scoren, is dat volgens mij ten dele omdat we precies van nul hebben kunnen starten. In andere landen is er al veel langer een traditie. Maar door die tradities ontlopen bedrijven soms bijna ongemerkt nieuwe trends en vernieuwingen.

Als we goed scoren, is het ongetwijfeld ook aan creatief talent te wijten. Niet alleen de creatievelingen, maar ook de mensen die het talent weten op te pikken en het een platform geven, zodat het talent kan groeien.

Guillaume Van der Stighelen is een van die mensen. Hij is ooit begonnen als copywriter bij een reclamebureau. Samen met André Duval heeft hij het reclamebureau Duval Guillaume opgericht. "Léééoooo", of "Stop de tijd, pak 'n Stella", zijn ideeën die van hemzelf komen. Maar Duval Guillaume puilt uit van gouden trofeeën. Hij was niet alleen zelf creatief, hij wist ook als geen ander hoe hij andere creatieve talenten moest aantrekken en laten bloeien.

Van der Stighelen haalde deze opmerkelijke resultaten omdat hij de lat hoger heeft gelegd. Hij wilde een stap verder gaan. Zijn reclame moest goed zijn, niet een beetje goed. Hij ambieerde dan ook niet alleen een nominatie in Cannes, maar goud . Hij slaagde hierin met glans. Hierdoor legde hij de standaard ook een stuk hoger voor andere reclamebureaus. Conscience leerde zijn volk lezen, Van de Stighelen leerde zijn volk reclame maken.

Op televisiegebied is Wouter Vandenhaute ook zo'n fenomeen. Hij wist met Woestijnvis een team van sterke creatieve televisiemakers bijeen te brengen. Op de openbare omroep wist hij met een hele rist programma's serieus te scoren. Hierdoor heeft hij de lat ook hoger gelegd voor de hele televisiesector.

Succes wijten aan enkelingen is natuurlijk altijd wat kort door de bocht. Immers er zijn nog zoveel anderen die bijgedragen hebben. Vergeten wij niet Eric Van Rompuy die de politieke moed had (bestaat dat vandaag nog?) om de BRTN te depolitiseren. Hij zette Bert De Graeve aan het hoofd van dit instituut, die zijn medewerkers naar de afgrond dreef. Maar ze vielen niet, ze ontdekten dat ze konden vliegen! 

20 jaar na de komst van VTM, moeten uitkijken dat wij niet op onze lauweren gaan rusten. Innovatief blijven, dat lijkt mij vandaag de uitdaging. Dat is de enige mogelijkheid om over 20 jaar ook nog steeds op het voorplan te staan.